Marijn Krebbers (32) heeft een zoontje van 1,5 jaar en is tien weken zwanger van haar tweede kindje. Net als bij haar eerste zwangerschap gebruikt Marijn een glucosesensor om haar diabetes zo goed mogelijk onder controle te houden.
‘Prettig om de pieken uit mijn bloedglucosewaarden te halen’
“Mijn diabetes heb ik eigenlijk altijd wel prima op orde gehad. Ik heb sinds mijn vijfde diabetes, net als mijn vader. Met een HbA1c onder de 7% (53 mmol/mol) mag ik tevreden zijn. Dat ging niet zomaar; ik deed daar best veel voor, zoals zeker acht keer per dag mijn bloedglucose controleren. Een pompje wilde ik nooit; met insuline spuiten kon ik me goed redden, vond ik. Wat me vooral tegenstond was dat je met een pomp altijd iets aan je lijf hebt. Totdat mijn man ik graag een kindje wilden. Uit voorzorg ben ik op de pomp gegaan, nu drie jaar geleden. Het is niet zo dat ik nu nooit meer zonder zou kunnen, het blijft een ‘ding’ aan je lijf. Maar, het is wel heel prettig dat je zo eenvoudig bij kunt regelen. En met de sensor zeker. Elke twee weken neem ik met mijn diabetesverpleegkundige de uitdraai door en samen sleutelen we om de pieken uit mijn bloedglucosewaarden te halen. Mijn HbA1c is nu 6,2% (44 mmol/mol) en daar ben ik best trots op.”
“Het is niet zo dat de sensor alles overneemt. Veel mensen denken dat de sensor beslist hoeveel je moet bijbolussen, of dat je nooit meer een vingerprik hoeft te doen als je een sensor draagt. Dat is niet zo, je moet nog steeds zelf blijven nadenken. Maar de sensor is wel een prettig hulpmiddel. Ik vind het prettig dat je 24 uur per dag zicht hebt op je bloedglucose. Voorheen zette ik mijn wekker om 3.00 uur om te controleren, maar dat hoeft nu niet meer. Dat geeft me rust. In het begin moest ik wel wennen aan de sensor. Ik wil mijn bloedglucosewaarden graag snel op orde hebben; bij een hypo eet ik daardoor soms teveel zodat ik door kan gaan met mijn werk en bij een hyper bolus ik teveel insuline. Niet gek dat je dan schommelingen krijgt. Met de sensor zie je heel duidelijk of je stijgt op daalt en dan is het voor mij een valkuil om te snel te reageren. Bij de eerste zwangerschap was ik echt continu met mijn waarden bezig. Ik had het schrikbeeld voor ogen van de te grote baby’s door een teveel aan suiker. Nu ik al een gezond mannetje heb rondlopen word ik iets rustiger, merk ik. Blijven mijn waarden binnen de streefwaarden, dat laat ik dat zo. Dan ga ik niet toch iets bijbolussen als ik voor mijn gevoel iets te hoog zit.”
“Na de eerste zwangerschap heb ik nog een maand de sensor gebruikt en daarna was ik er klaar mee. Ik was voor en tijdens de zwangerschap zo intensief bezig geweest met de diabetes, dat ik er even genoeg van had. Hoe dat straks gaat, weet ik niet. Ik zou niet mijn hele leven een sensor willen, maar nu – tijdens mijn zwangerschap – ben ik er blij mee.”